Door al dat slappe gedoe in het wiskundeonderwijs van de afgelopen jaren zou je als wiskundedocent bijna vergeten hoe je, bijvoorbeeld, in de tweede klas handig een tweedegraads functie kan laten tekenen of hoe je in de bovenbouw op een goede manier een ongelijkheid oplost.
In 1989 ging het tekenen van een parabool als volgt:
Voorbeeld
y=x²-6x+12
1. Vul in x=0
2. Los op x²-6x+12=12 (x=0 of x=6)
3. Symmetrie-as: x=3
4. Top (3,3)
5. Neem nog wat punten...
Dat is toch handig... niks ABC-formule, geen nulpunten berekenen... en toch al een goed idee over de ligging van de parabool. Geweldig... en alvast een mooie 'toepassing' van het ontbinden in factoren.
Naar aanleiding van Re: Oplossen van een ongelijkheid ben ik nu weer helemaal bijgespijkerd. Ja, natuurlijk! Zo doe je dat. Zo deden we dat.
Maar ik zag er meteen ook weer een leerlijn in. Je begint met eenvoudige ongelijkheden. Je weet wel met dat gedoe rondom 'het teken klapt om'. Daarna iets moeilijker waarbij je herleidt op nul en uitkomt op lineaire of tweedegraads functies waarvan je redelijk makkelijk de plussen en minnen kan bepalen... en dan de moeilijkere gevallen waarbij al het geleerde (zoals in het voorbeeld) weer mooi terugkomt. Allemaal in het kader van 'wiskunde bouw je op'.
Geef een reactie op dit bericht