De afgelopen weken heb ik de zoekpagina van WisFaq onder handen genomen. Volgens mij is dat wel een verbetering.
Aardige zoekopdrachten:
- logistische groei
- julia
- ontbinden in priemfactoren
- toepassingen stelling van pythagoras
- volledige inductie
- bomen het bos
Kortom: alles kan weer...
Ik weet het niet zeker maar 't zou kunnen dat naar aanleiding van Hello partner! Kennislink de link naar WisFaq maar gewoon heeft verwijderd.
Dat is natuurlijk ook een oplossing...
Ik kan me niet herinneren dat iemand mij dat ooit gevraagd heeft of zelfs maar medegedeeld, maar het schijnt dat WisFaq tegenwoordig (nou al geruime tijdje eigenlijk) een Kennislink Partner Wiskunde is. Dat is wel bijzonder. Wat houd dat eigenlijk in? Wat betekent dat precies? Wat schuift dat?
"Kennislink wordt in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uitgevoerd door Stichting Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie."
Niet dat ik er iets op tegen zou hebben, maar ik begrijp niet hoe iemand je een partner kan noemen zonder dat je daar van weet. Dat moet toch geen gewoonte gaan worden.
Nu heeft kennislink ook een pagina partners, maar daar staat WisFaq dan toch maar weer niet bij. Dus helemaal overtuigd zijn ze kennelijk ook niet.
Zie http://www.kennislink.nl/pagina/partneroverzicht
Kortom... dat kan toch allemaal tegenwoordig.
In onderstaande grafiek staat een overzicht van het 'aantal beantwoorde vragen' en het 'aantal gestelde vragen' in WisFaq. Het idee van een FAQ is natuurlijk dat er uiteindelijk steeds minder vragen gesteld worden. Zoiets dus...
De toename van het aantal gestelde vragen neemt inderdaad af, maar de toename van het aantal beantwoorde vragen neemt niet af. Op grond van onderstaande rapporten van GoogleAnalytics kan je concluderen dat het aantal bezoekers c.q. pageviews wel zo ongeveer hetzelfde was in 2007 en 2008.
Dus... eh... conclusie... eh.. tja dat is dan wel weer lastig. Meer info op WisFaq-statistieken of meer in algemene zin op WisFaq-achtergronden
In eerste instantie denk je bij een vraag als Machten in Q dat je zoiets mensen niet aan moet doen. Maar eigenlijk is dat onzin. Het is eigenlijk best wel leuk. Vooral als je merkt dat het gewoon uit je hoofd kan.
Dat is toch, als je er over nadenkt, wel geinig toch? Er komt nog heel wat 'rekeninzicht' bij kijken en er komt geen woord Nederlands (of welke willekeurige taal) aan te pas. Gewoon lekker rekenen... Fijn..
Als je nu in WisFaq een vraag krijgt over pagina in Wiswijzer dan moet je natuurlijk antwoord geven door te verwijzen naar een pagina in wiskundeleraar. Dat is dan wat je noemt 'handig gebruik maken' van wat je hebt...
Alles en iedereen is steeds met alles en iedereen verbonden...
WisFaq is een website die probeert zichzelf zo overbodig mogelijk te maken, maar of dat gaat lukken!?
Eén van de moeilijke dingen die aanstormende (en soms helaas ook gevestigde) docenten moeten leren is dat 'meer uitleg niet noodzakelijkerwijs leidt tot meer begrip'. In WisFaq komt het regelmatig voor dat een beantwoorder bewust op de vlakte blijft en eerder probeert met 'hints' en 'suggesties' de vragensteller op het goede spoor te brengen en vooral zelf aan het denken te zetten. Wij noemen dat activerende didactiek. Een aantal bezoekers van de website begrijpt dat concept ook niet helemaal. Het komt regelmatig voor dat vragenstellers reageren met de antwoorden op de 'activerende vragen' en dat is goed bedoeld maar niet 'het idee'. Ik schreef vandaag nog aan iemand die reageerde op een antwoord:
"Bedankt, maar de bedoeling van dit soort opdrachten is natuurlijk dat leerlingen/studenten zo'n beetje zelf ontdekken hoe 't zit en zo. Daarom geven meestal maar zo'n beetje een soort hint in plaats van het hele verhaal. Dit is voor veel bezoekers van de site soms moeilijk te begrijpen kennelijk. Maar ja, wij weten meestal wel hoe 't zit, maar om het te leren moeten leerlingen en studenten toch echt zelf aan het prutsen, denken, bewijzen en... aan de wiskunde.
Mijn ervaring is dat meer uitleg niet noodzakerlijkwijs leidt tot meer begrip. Maar ik begrijp het wel... ik denk dat de meeste mensen het leuk vinden om iets uit te leggen. Na bijna 20 jaar onderwijs probeer ik die neiging te bedwingen en eerlijk gezegd lukt dat ook niet altijd....:-)"
Uiteraard kan iemand die in principe wel 'alles begrepen' heeft bij een bepaalde opgave vastlopen. Het heeft dan natuurlijk niet veel zin om om de 'hete brei heen te blijven lopen'. In zo'n geval is gewoon 's een keer goed vertellen 'hoe je dat doet' natuurlijk niet verkeerd. Maar bij veel vragen krijg je toch wel 's het gevoel dat er iets meer aan de hand is dan alleen maar 'even niet weten hoe verder'.
Bij veel vragen wordt snel duidelijk dat er bij veel vragenstellers sprake is van 'gaten' in de voorkennis. Ik heb dat in mijn eigen lessen in havo 4 en 5 ook vaak geconstateerd. Het probleem is niet de afgeleide van ln(x) of de kettingregel, maar bijvoorbeeld dat je 48/64 kunt vereenvoudigen of dat (x+2)² toch echt niet hetzelfde is als x²+4. Vaak zit het 'probleem' eerder in de voorkennis dan in de nieuwe leerstof. Wel gehad? Niet blijven hangen? WisFaq signaleert op die manier vrij eenvoudig allerlei aansluitingsproblemen in het wiskundeonderwijs.
Een belangrijk verschil met 'online'-hulp en 'face2face'-hulp is dat je iemand niet kan zien. Normaal gesproken kijk je als docent als je iemand (of een heel stel bij elkaar) iets probeert uit te leggen of wat je 'vertelt en doet' een beetje aankomt. Dat kan je namelijk zien! In een klas zijn er meestal wel leerlingen die als een soort 'ankerpunt' je (meestal niet bewust) precies kunnen 'laten merken' of wat je 'staat te doen' een beetje aankomt. Ik heb zelfs ergens gelezen dat uit onderzoek bij excellente docenten dit aanwijsbaar is: ze 'kijken' heel goed naar de 'gevolgen' van hun uitleg en zijn in staan 'a la minute' hun koers te wijzigen als daar aanleiding voor is. Je kent het wel... niet te snel... niet te langzaam... maar wel constant op je hoede zijn... en gewoon precies goed. Je moet dan, denk ik, helemaal boven de stof staan, over een rijke verzamelingen alternatieven beschikken en heel goed kunnen improviseren. Je moet terug kunnen vallen op eerder verworven kennis en vaardigheden en je moet moet heel goed weten waar je naar toe wilt.
Bij digitale communicatie is dat soort interactie en flexibiliteit (een absolute voorwaarde voor goed onderwijs) vele malen lastiger. Het is werkelijk soms een wonder hoe sommige beantwoorders in WisFaq dat doen: om precies met korte aanwijzingen, tips en suggesties iemand helemaal op het goede spoor te brengen.
Ik kom er nog wel een keer op terug, want dat is voor aanstormende docenten moeilijk maar belangrijk. Wat dat betreft is er in WisFaq heel veel te ontdekken omtrent de vraag 'hoe leer je wiskunde?' . Die beantwoorders verdienen wat mij betreft eigenlijk allemaal een lintje. Je moet 't maar durven om op zo'n manier voor iedereen zichtbaar vragen te beantwoorden van mensen die je niet kent, niet weet wat ze nu precies wel en niet begrijpen en waarbij je meestal weinig 'hoort' of je uitleg overkomt en het doel bereikt is.
Petje af, zou ik zeggen...
Op WisFaq proberen we al jaren de praktische opdracht De telduivel niet al te veel te frustreren. We geven niet 'zomaar' antwoorden op de vragen. Dat valt soms niet mee, want elk jaar komen dezelfde vragen weer terug en je wilt vragenstellers toch ook nog wel een beetje helpen, ergens... Maar eigenlijk is daar moeilijk over doen volstrekt onzin want de antwoorden staan gewoon op Internet. Dat is handig...
Het is wel lang geleden dat ik de WisFaq-pagina over Platonische lichamen aangemeld heb op Davindi. De afgelopen week kreeg ik zo waar een bevestiging dat de pagina is opgenomen.
Dat lijkt me dan allemaal wel dik in orde. Grappig is dat de Aquabrowser het onderwerp toch niet helemaal kan thuis brengen geloof ik.
Maar ja, dat krijg je er van. Een begrip dat uit 2 woorden bestaat, dat is vragen om moeilijkheden natuurlijk. Grappig is dan wel weer dat lichamen als tweede suggestie een URL oplevert van het FI over veelvlakken.
Een voorbeeld om te laten zien dat het nooit wat kan worden met dat sociaal constructivisme en wiskunde. Op deze pagina stond:
Nu zijn het nog wat weinig stemmen, maar de meerderheid (2 van de 3) vindt dat het niet kan, dus kan het niet.
Na een beetje zoeken op GOOGLE blijkt dat het wel degelijk kan. Sterker nog: er zijn (meestal) bij 4 willekeurige punten zelfs 6 mogelijkheden.
Zie Constructie vierkant.
Je kunt van het hoger onderwijs zeggen wat je wilt maar ik denk dat het statistiekonderwijs niet in alle gevallen er goed in slaagt fundamentele begrippen van het doen van onderzoek over te brengen. Op WisFaq komen bijna dagelijks dit soort vragen binnen:
"Voor mijn stageonderzoek heb ik bij 500 klanten een enquete afgenomen. Dit is schriftelijk gebeurd. Van die 500 enquetes heb ik 70 terug ontvangen. Welke formule moet ik gebruiken om te beoordelen of dit een representatief aantal is?"
Ik hoop niet dat dit een tevredenheidsonderzoek is, want van die 500 klanten kunnen vooral de ontevreden klanten wel eens de neiging hebben om het enqueteformulier in te vullen en terug te sturen. Dan moet zo'n stageaire gaan vertellen dat vrijwel alle klanten ontevreden zijn. Lekker is dat...
Maar gelukkig is er vast wel een FAQ over...
En dan te bedenken dat zo'n vragensteller langs het volgende scherm is gekomen:
Het samenstellen van een deelverzameling van onderzoeksobjecten uit een te onderzoeken populatie wordt steekproeftrekking genoemd. De procedure van de steekproeftrekking is onderdeel van de onderzoeksopzet.
Op Kennisbasis Statistiek kan je allerlei informatie vinden:
Iedereen die met een statistisch of methodologisch probleem zit, kan dat probleem op het FORUM ter discussie stellen!
Ga naar Kennisbasis Statistiek voor meer informatie...
Ik was 's even aan het proberen om de 'grafiek van een peer' te maken. Altijd leuk...
Maar toen ging er toch iets helemaal mis... uiteindelijk kwam ik uit op:
Ook leuk. De peer kan je vinden op Grafiek van een peer
Door al dat slappe gedoe in het wiskundeonderwijs van de afgelopen jaren zou je als wiskundedocent bijna vergeten hoe je, bijvoorbeeld, in de tweede klas handig een tweedegraads functie kan laten tekenen of hoe je in de bovenbouw op een goede manier een ongelijkheid oplost.
In 1989 ging het tekenen van een parabool als volgt:
Voorbeeld
y=x²-6x+12
1. Vul in x=0
2. Los op x²-6x+12=12 (x=0 of x=6)
3. Symmetrie-as: x=3
4. Top (3,3)
5. Neem nog wat punten...
Dat is toch handig... niks ABC-formule, geen nulpunten berekenen... en toch al een goed idee over de ligging van de parabool. Geweldig... en alvast een mooie 'toepassing' van het ontbinden in factoren.
Naar aanleiding van Re: Oplossen van een ongelijkheid ben ik nu weer helemaal bijgespijkerd. Ja, natuurlijk! Zo doe je dat. Zo deden we dat.
Maar ik zag er meteen ook weer een leerlijn in. Je begint met eenvoudige ongelijkheden. Je weet wel met dat gedoe rondom 'het teken klapt om'. Daarna iets moeilijker waarbij je herleidt op nul en uitkomt op lineaire of tweedegraads functies waarvan je redelijk makkelijk de plussen en minnen kan bepalen... en dan de moeilijkere gevallen waarbij al het geleerde (zoals in het voorbeeld) weer mooi terugkomt. Allemaal in het kader van 'wiskunde bouw je op'.
Volgens de McAfee SiteAdvisor verwijst WisFaq naar een aantal groene sites:
..wel grappig...
Het zal wel een opdracht zijn in het kader van het 'nieuwe leren'. Op WisFaq zie je steeds vaker dit soort vragen langs komen:
Wat is perspectief?
Wie gebruikt perspectief?
Hoe gebruik je perspectief?
Wanneer gebruik je perspectief?
Waar gebruik je perspectief?
...en als er dan nog iemand is die dit even beantwoordt dan heeft zo'n leerling daar natuurlijk helemaal niets aan. Mijn verwachting is dat dit soort 'vage opdrachten' wel leuk bedacht zijn maar echt werken gaat dat natuurlijk niet. Terwijl er natuurlijk een hele leuke opdracht bij te maken zou zijn... een hele praktische... met... enz. Nou ja... we zien het wel weer...
Volgens mij ben ik ergens een carriere of dan toch minstens een hoop geld misgelopen:
Wiskunde en economie
Dat was best een aardige vraag op WisFaq:
"We hebben van de romeinen heel veel overgenomen zoals architectuur en bepaalde andere denkwijzen van hen, maar waarom dan niet hun getalstelsel?"
Ik heb ooit 's poging gedaan te vermenigvuldigen met romeinse cijfers. Helemaal fantasie, maar best grappig...
XCVII·VIII=
|LXXX|DCCCXXVVVVVIIIVIII=
|LXXX|DCCCXXVVVVVVIIIIII=
|LXXX|DCCCXXXXXVI=
DCC|LXXX|CXXXXXVI=
DCCXXXXXXXVI=
DCCLXXVI
De |-jes betekenen 'eraf'.
Maar persoonlijk vind ik 97·8=776 wel een stuk handiger en dat is dan waarschijnlijk ook het antwoord op de vraag. Het kan wel... maar handig is anders.
Zie ook Hoe kan je met Romeinse cijfers vermenigvuldigen?
De meest gebruikte zoekopdracht waarmee bezoekers op WisFaq terecht komen is zoeken op WisFaq. Dat werkt natuurlijk wel...
Daarnaast komen veel bezoekers via de zoekopdracht 'wiskunde vragen' op WisFaq en dat is ook prima...
Nog een paar 1e hits:
De mooiste omschrijving van WisFaq vond ik bij de links van het scholierenlab van de TU-Delft:
Dat is wel een heel nieuw concept: begrijpelijke uitleg... waar vind je dat nog tegenwoordig?
BTW: De ideeën voor de Profielwerkstukken lijken we interessant en ik vind 't mooi gemaakt...
Ineens realiseerde ik me dat de opdracht 'vind de formule voor...' bij leerlingen opgevat wordt als 'ga naar google en zoek de formule op...'. Docenten bedoelen natuurlijk 'vinden' in de betekenis van 'zelf ontdekken'. Verwarring in taalgebruik dus... en tja van zoeken op Internet leer je natuurlijk geen wiskunde.
Zie Formule voor de grootste gemene deler van twee Fibonaccigetallen
Sommige kansproblemen kan je beter simuleren dan uitrekenen...:-)
"Meneer Jansen heeft een vierkante tuin van 6 bij 6 meter. Hij plant er twee bomen in, op een willekeurige plaats. Hoe ver zullen deze bomen gemiddeld van elkaar af staan? (Een willekeurige plek kun je kiezen door willekeurig een x-coördinaat en willekeurig een y-coördinaat te kiezen. Denk aan de stelling van Pythagoras)"
BRON
Met dit Excelblad kan je zoiets wel simuleren. Ik heb nog heel even gedacht dat het misschien pi zou kunnen zijn... maar dat is het niet. Op Mathworld staat het exacte antwoord. Dat kan je zelf ook uitrekenen natuurlijk. Kijk maar 's op Problem 53 Solution. Nou ja... leuk probleem wel.
Zie ook Meneer Jansen of De krant van Meneer Jansen
Ze zijn er verschillende vormen en maten... de Fibonacci-puzzel.
Ik weet ook niet hoe 't kan maar als je in GOOGLE intikt 'integreren' dan krijg je als eerste en tweede hit WisFaq. Het handigst is de tweede hit. Dat is toch wel bijzonder... vind ik. Ook leuk zijn waarom zijn stoeptegels vierkant?, wiskundeleraar of wiskunde duidelijke uitleg.
Maar ik denk dat deze website en zoiets als dit wel bijzonder is... wiskunde is grensverleggend... zullen we maar zeggen.
Ik heb er nooit zo bij stil gestaan maar Floris wees me naar aanleiding van de Masterclass Social Software op het feit dat WisFaq toch wel sterk deed denken aan social software:
"Social software is alle software die het ontstaan en onderhouden van sociale structuren in online gemeenschappen faciliteert."
Peter Sloep
"Social software enables people to rendezvous, connect or collaborate through computer-mediated communication and to form online communities."
http://en.wikipedia.org/wiki/Social_software
...en dat klopt natuurlijk helemaal. Echt 'een nieuw concept' kan je het niet noemen omdat WisFaq al bijna 5 jaar bestaat. Het is inderdaad een soort (grensoverstijgend) netwerk van mensen met een gemeenschappelijk belangstelling voor wiskunde en wiskundeonderwijs. Al 23577 beantwoorde vragen! Voor Euclides heb ik ooit een artikel geschreven over WisFaq.
Je kunt beter leuteren dan aanpakken... maar ik ben, geloof ik, meer van de praktische uitvoering. Ik geloof ook niet erg in conferenties en andere bijeenkomsten... en niet in projectplannen, plannen van aanpak en dat soort grappen en ik heb al helemaal geen vertrouwen in het innoverende vermogen van opleidingen van hoger onderwijs. Er wordt mij veel te veel geleuterd, te weinig aangepakt... en te veel geklunsd.
Mijn motto: eerst doen en dan spreken... of zwijgen...
Zie ook WisFaq is...