Eén van mijn eerste herinneringen aan school is een liedje dat we leerden op de kleuterschool. Ik zie 't, een halve eeuw later, nog voor me, met een hek, een koe en een kalfje... op een viltbord (denk ik). Volgens mij was het zelfs een stagiaire, niet onze eigen juf. Het moet een geweldig goede les geweest zijn want ik zing het nog zo... onvergetelijk, zullen we maar zeggen...
Een koetje en een kalfje die liepen in de wei
Toen kwam er een heel dik varkentje voorbij
Dat zei: geef dat kalfje maar aan mij
Nee, zei de koe, boe boe boe
Nee. zei de koe, boe boe boe.
Eigenlijk vraag ik me al jaren af waar dit op slaat. Waar slaat het op? De eerste zin is al fout. Een koetje? Ik weet niet of je zo'n beest wel eens van dichtbij hebt bekeken maar koeien zijn enorme beesten. Ok, een koe en een kalf die lopen in een wei. Dat kan, dat komt vast wel 's voor... Er komt dan een (loslopend?) varkentje voorbij, niet een gewoon varken of een beetje vreemd varken, nee, het is een heel dik varkentje. Maar met dat varkentje is iets niet helemaal in orde, denk ik. Dit wil dat kalfje wel hebben. Waarvoor? Om op te eten? Eten varkens dan kalfjes? Of zou hier een diepere betekenis achter zitten, als een soort waarschuwing? Jongens, pas op voor hele dikke varkens, want... eh...
Die laatste zin vind ik dan wel weer treffend: nee, zegt die koe dan, boe boe boe... Dat is dan wel weer grappig... boe...
Nou ja, misschien moet je dat ook wel niet proberen te begrijpen. Het stomme is dat ik opeens aan dit liedje moest denken in verband met onze elektronische leeromgeving. Dat is dan toch wel weer een hoogst eigenaardige associatie. Die koe en het kalfje zullen dan wel de docent en de studenten zijn en dat hele dikke varkentje is dan... hihi, nou ja, je snapt 't wel...
Geef een reactie op dit bericht